Pluimvee

 

2. PLUIMVEETEELT -KIPPEN EN KALKOENEN

Mestkuikens
Bevruchte eieren worden in een kast op rekken gelegd; de eieren worden elektrisch, draaiende, verwarmd, eén-en twintig dag lang. De kast wordt geopend, de kuikens die uit het ei zijn gekomen en droog zijn worden vervoerd naar bedrijven waar ze in zes weken worden gemest, in een overvolle stal en onder miserabele omstandigheden. Doordat de vloer niet eerder gereinigd wordt van alle uitwerpselen voordat de volgende lichting kuikens er in komt krijgen de dieren vaak borstblaren en aandoeningen aan hun voetzolen. Het vetmesten is erop gericht de kuikens in zes weken tijd (de slachtleeftijd) zo zwaar mogelijk te laten worden. Ze kunnen de hele dag door eten, en doordat ze gefokt zijn op altijd maar willen eten, en ze bovendien niets anders te doen hebben, doen ze dan ook niets anders dan eten. Beweging hebben ze amper, want de gemiddelde ruimte die ze hebben is 1 m2 per 20 kuikens. Als de kuikens op een leeftijd van zes weken wordt geslacht wegen ze ruim 2 kilo!, ongeveer anderhalf keer zo zwaar als een volwassen legkip! Veel vleeskuikens halen de zes weken niet, doordat ze door hun poten zakken en het hart het begeeft. Antibiotica wordt rijkelijk gebruikt om zoveel mogelijk dieren tenminste zes weken in leven te houden.

Als de kuikens zes weken oud zijn worden ze gevangen om ze naar de slachterij te vervoeren. Het vangen wordt vaak met de hand gedaan, maar ook wordt dikwijls de z.g. ’kuikenveger’ ingezet, waarmee men duizenden kuikens per uur kan ’opvegen’. Hierbij lopen vele honderdduizenden kuikens poot- of vleugelbreuken op.

In het slachtproces is sinds 1 januari 2012 verbetering gekomen. Bij de bedwelming is de z.g. waterbadmethode, die zeer veel angst en pijn veroorzaakte, nu vervangen door een stroomstoot, waarbij de stroom direct door de kop gaat. Enkele slachterijen passen de CO2-O2 - methode toe. Gemiddeld worden zo’n anderhalf miljoen mestkuikens per dag geslacht.

De ouders van de mestkuikens
Moeten de mestkuikens de hele dag door eten om zo zwaar mogelijk te worden, hun ouders daarentegen, die net als hun kinderen altijd maar willen eten, en ook niets anders te doen hebben, krijgen net genoeg eten om in leven te blijven. De dieren lijden constant honger. Hun taak is immers productie, zo lang mogelijk leven en zo veel mogelijk eieren leggen. Ze mogen niet te vroeg doodgaan, en daarom mogen ze niet te zwaar worden. Ze moeten zo’n kleine anderhalf jaar honger lijden en produceren, tot de dood hen verlost uit hun ellendig ’leven’. Voor de consumptie zijn ze nog net goed genoeg om verwerkt te worden in bijv. kippensoep.

Legkippen
Een klein stukje geschiedenis:
In 2012 werd in de hele Europese Unie de traditionele legbatterij verboden. Dat was de kroon op het werk van Rechten voor al wat leeft, die in 1975 het scharrelei introduceerde als alternatief voor de legbatterij.

Legbatterijkippen “leefden” met z’n vieren of vijven in een gazen kooitje van 40x45 cm op hellend gaas. De enige beweging die de dieren hadden was het over elkaar heen lopen. De zo nodige mogelijkheid tot beweging om een ei te leggen hadden ze niet, evenmin konden ze zich afzonderen voor het leggen van een ei. De normale tijd voor de kip om een ei te leggen is drie kwartier. In de onrustige omgeving van een batterij-kooi, waar de dieren over elkaar heen liepen, deden ze er circa twee-en-een-half-uur over. De kippen hadden een kale hals doordat ze met hun hals langs het gaas schuurden om te kunnen eten. Ze hadden een kale borst door het voortdurend schuren van de borst langs het gaas, en een kale rug door het lopen over elkaars ruggen. Om al deze ellende iéts te verzachten is Rechten voor al wat leeft in 1975 met de scharreleieren gestart, waar de kippen in ieder geval op de grond konden lopen, rustig hun ei in een apart legnest konden leggen, en op een zitstok konden zitten.

Het scharrelsysteem hebben wij niet zelf ontwikkeld. Het bestond al, maar deze eieren waren in de winkel niet te onderscheiden van batterij-eieren, en de scharrelpluimveehouders kregen, hoewel de kostprijs voor hen hoger was dan voor batterij-houders, dezelfde prijs voor hun eieren als de batterijhouders.

Daar is door ons verandering in gebracht. De scharrelhouder kreeg van nu af aan 1 cent per ei meer dan voorheen. Om de consument garantie te bieden dat het ook echt scharreleieren waren en niet uit een legbatterij afkomstig, werden ze in doosjes verkocht met een officieel handelsmerk erop: het oranje voorrangsteken met daarin gedrukt: RECHTEN VOOR AL WAT LEEFT, en we begonnen met twee winkeltjes in Amsterdam. De scharrelschuren werden door ons zelf gecontroleerd. Al snel breidde het zich uit, en toen wij de controle niet meer aankonden, omdat er steeds meer scharrelschuren bijkwamen doordat legbatterijhouders daarop overschakelden, werd door de overheid de Stichting Scharreleieren opgericht en kwam er een rijksmerk op de doosjes te staan. Supermarkten gingen scharreleieren verkopen, de export naar Duitsland kwam op gang, en uiteindelijk werd het scharrelei een Europese aangelegenheid. In alle Europese landen konden legbatterijhouders nu overschakelen op gecontroleerde scharrelschuren. Dat zorgde er helaas wel voor dat de normen waar wij hier in Nederland mee waren begonnen (gem. 7 kippen op 1 m2) versoepeld werden en gelijkgetrokken met de Europese normen (gem. 9 kippen op 1 m2).

Ons standpunt is altijd geweest dat de producent én consument stap-voor-stap naar een diervriendelijker houderij systeem resp. koopgedrag moest worden geleid. Een verbod van overheidswege op de legbatterij zat er absoluut toen nog niet in. Dus moesten wij het via de consument zien klaar te spelen. Als wij toen direct al met een vrije-uitloopei of met een biologisch ei waren begonnen hadden zowel producent als consument het laten afweten. Deze stap ineens zou te groot zijn geweest. Nu zijn we 40 jaar verder, en in de loop van de tijd is de ontwikkeling naar meer diervriendelijkheid doorgegaan, en producent en consument gingen geleidelijk aan hierin mee. In elk geval heeft het scharrelei de traditionele legbatterij uit heel Europa verdreven.

Verrijkte kooien en kolonie-huisvesting
Wel bestaan er nog, helaas, steeds de z.g. ‘verrijkte kooien’ waarin elke kip een klein beetje meer ruimte heeft dan in de traditionele batterijkooi, en ook enkele elementen zoals een zitstokje, een heel klein ’scharrelmatje’ van kunstgras (waar één kip tegelijk op kan ’scharrelen’, en een klein afgescheiden plekje om een ei te leggen. Deze elementen zijn echter veel te klein, en de dieren maken er dan ook amper gebruik van. Vanaf 2021 mag dit systeem gelukkig niet meer worden gebruikt.

Blijft over de koloniehuisvesting met minstens 30 kippen in een kooi. Hier heeft de kip iéts meer ruimte dan in de verrijkte kooi en de elementen zijn iéts groter dan in de verrijkte kooi. Maar het blijft een kooi! Dit dieronvriendelijke systeem blijft voorlopig toegestaan.

Eendagskuikens
Als de broedmachine-kast na 3 weken wordt geopend, zijn er altijd nog eieren waarvan de schaal al wel is opengepikt maar die nog niet uitgekomen zijn, of kuikentjes die net uit het ei maar nog niet droog zijn. Tijd om te wachten tot alle eieren uitgekomen en alle kuikens ‘klaar’ zijn is er niet. Kuikens die wél droog zijn worden gesekst, De haantjes zijn overbodig en kunnen nergens voor worden gebruikt, noch voor het eieren leggen, noch voor het vlees, omdat ze niet als ’plof’-kuiken zijn gefokt. Daarom gaan alle haantjes, samen met de nog niet uitgekomen eieren én de nog natte kuikens levend in de versnipperaar òf ze worden vergast. Bij de overige kuikens worden de punten van de snavels verwijderd om te voorkomen dat ze elkaar doodpikken, wanneer ze met duizenden in hun gedwongen verblijfplaats worden opgesloten.

Kalkoenen
Deze dieren moeten in het beginstadium, als kuiken dus, hetzelfde lot ondergaan als de kipkuikens. Daarna “leven” ook zij met duizenden in schuren, waarin ze te weinig bewegingsvrijheid hebben. Doordat kalkoenen ook snel moeten groeien zijn ze op de slachtleeftijd ongeveer zo groot als een kind van drie jaar! Maar een groot deel, circa 10% van de dieren, m.n. van de hanen sterft voortijdig.